En nu is het echt begonnen.... - Reisverslag uit Cusco, Peru van Jeroen Schaik - WaarBenJij.nu En nu is het echt begonnen.... - Reisverslag uit Cusco, Peru van Jeroen Schaik - WaarBenJij.nu

En nu is het echt begonnen....

Door: Jeroen van Schaik

Blijf op de hoogte en volg Jeroen

21 Mei 2012 | Peru, Cusco

Beste familie en vrienden,

Het is weer zover. Het (echte) reizen is weer begonnen!! Op het moment van schrijven zitten we in Cusco, Peru. Maar daarover later meer.
De introductie van deze trip heb ik in mijn vorige stuk al geschreven, maar omdat ik inmiddels weet dat meerdere mensen deze stukjes gaan lezen is het wellicht goed om nog even kort aan te geven wat het plan ook al weer was.
Ik reis met 2 vrienden, Sander en Frank, door Bolivia en Peru. De planning is om hier ongeveer 3 weken over te doen om uiteindelijk in Lima, de hoofdstad van Peru, uit te komen. Sander is al in Peru, ik reis dus met Frank naar hem toe. Gelukkig is de baas van Frank heel erg tevreden over hem, want hij laat Frank niet langer vrij dan 3 weken. Frank moet in Lima helaas dus al weer naar huis. Echter heb ik een werkgever die mij meer mogelijkheden kan bieden, bv een tsunamie aan vrije dagen, want ik ga nog even lekker 2 weken met Sander door naar Cuba (of moet ik stiekem toch wat beter mijn best gaan doen op mijn werk ;))
In ieder geval is het dus de bedoeling om in 5 weken 3 landen aan te doen. Voor de intimi is het wellicht goed het volgende te vermelden. Jullie weten dat Frank en Sander ook een blog schrijven. Situaties en gebeurtenissen kunnen dus overeenkomen. Zelf lees ik de verhalen van Frank en Sander pas na mijn vakantie. Wij zullen bepaalde zaken onwaarschijnlijk ieder op onze eigen wijze beschrijven. Jullie zijn als geen ander in staat de woorden op de juiste waarden te schatten ;)
Na het ‘extraatje’ in Dubai zo’n 3 weken geleden, zou de echte vakantie starten op vrijdag 11 mei. Zoals ik inmiddels wel van mezelf gewend ben, verloopt de aanloop naar zo’n trip niet zonder slag of stoot. ‘Heb ik alles’? ‘Is alles goed over gedragen op mijn werk’? Enz. Vooral de laatste dagen waren dus zeer stessvol. Maar eindelijk kon donderdag avond (of was het nu vrijdagochtend heel vroeg) tegen mijzelf zeggen dat ik er klaar voor was. De vakantie kon wat mij betreft rustig gaan beginnen!!
De reis zou starten in Brussel, en vandaar met de trein vertrekken naar Amsterdam. Vandaar met het vliegtuig naar Lima. Dit scheelt ongeveer € 300,- pp aan kosten op de vliegtickets (inmiddels heb ik begrepen dat er in NL op dit moment een discussie plaats vindt over de zin en onzin van dit soort constructies). Maar goed, op tijd de trein halen in Brussel betekende in dit geval vertrekken om 5.15 uur uit Lopik. We zouden worden weggebracht door Tijs, een vriend van mij. Ik ken mezelf inmiddels al een beetje dus voor de zekerheid maar 3!! wekkers gezet. Dit mocht helaas niet baten, de laatste dagen (of waren het weken) opgebouwde vermoeidheid had inmiddels de overhand genomen. De 3 wekkers brachten helaas ook hierin geen soelaas. Gelukkig bleek goede vriend Tijs (dat moet ook wel als je zelf ook zo gek bent om iemand om 5.15 uur weg te brengen) mij een klein beetje te kennen. Na een keertje of tig bellen was deze jongen gelukkig wakker. Met een vertraging van een minuutje of 25 richting Brussel.
Het eerste stuk verliep erg soepel. Uiteraard zat het verkeer mee. Van de ingeplande vertraging (wegwerkzaamheden) hebben we niets gemerkt en we reden ook ruim op tijd richting de ring van Brussel. Helaas begon toen de ellende pas goed. Op de snelweg stond het al aardig vast. Het duurde even voordat we bij de juiste afslag waren. Tom Tom gaf aan dat er nog 15 minuten speling was. Net genoeg om rustig ons ticket op te halen. Helaas bleek het verkeer in Brussel ook niet helemaal mee te werken. Wat toen ontstond deed denken aan een scene uit Leathal Weapon, waarbij Bruce Willis zichzelf de halve stad door moet worstelen om uiteindelijk op tijd de bom onschadelijk te maken. In ons geval…. Zigzag door Brussel rijden, een paar straten voor het station uit de auto springen, met volle bepakking (grote backpack op de rug, kleine rugzak op de borst) in volle draf door Brussel rennen, half struikelend onderweg mensen aan houden om de weg te vragen, voordringen bij de incheckbalie, laverend door het station in sneltreinvaart naar het juiste perron, om uiteindelijk neer te ploffen op de treinbanken. We waren nog onze rugzakken aan het af doen, toen de trein weg reed…. Wie wilde er ook al weer zonder stress op vakantie!!??
Nadat ik in de trein de laatste telefoontjes gepleegd had en berichtjes verstuurd had, arriveerde we ruim op tijd op Schiphol. Inmiddels begint het routine te worden. Elektronisch inchecken, tas automatisch inchecken en paspoort controle. We werken deze onderdelen inmiddels als ervaren reizigers routineus af. We zijn inmiddels ook wel zo ver dat we niet meer een uur van te voren gaan boarden. Dit kon volgens ook best wel wat later, dus eerst maar eens rustig een bakkie. Nadat deze op was en de traditionele gang langs de shopjes was uitgevoerd, was het volgens ons tijd om rustig te gaan boarden. Helaas dacht het aanwezige KLM personeel hier wat anders over. We werden letterlijk al voor de laatste controle gevraagd wie we waren, de papieren werden al klaar gemaakt en na controle werden wij vriendelijk doch dringend verzocht toch snel naar ons plaats te gaan. Dit ging gepaard met dusdanige handgebaren waar een verkeersregelaar in hartje Amsterdam nog jaloers op zou zijn. Uiteindelijk bij onze stoel aangekomen bleken we voor een grote verassing te staan. We zaten businessclass!! Dat is nog eens een manier om 11,5 uur in een vliegtuig te moeten doorbrengen!! We zijn er nog steeds niet helemaal achter hoe dit zo is gekomen, maar we hebben het ons aardig laten welgevallen. Languit liggen, meer dan uitstekend 3 sterren eten, stoel massage, extra snackjes tussendoor, alles hebben we maar ‘over ons heen laten komen’. Het feit dat we een half uur vertraging hadden was voor ons dan ook geen enkel bezwaar.
Uiteindelijk midden in de nacht in Lima aangekomen waarvandaan we nog een vlucht naar La Paz moesten hebben. Ondanks de uitstekende vlucht, begon hier voor mij de combinatie van weinig slaap en jetlag wel toe te slaan. Ruim 2 uur wachten op de luchthaven bleek een strijd. Dit keer maar gewoon (trouw) een uur van te voren boarden en wachten. Op een gegeven moment kwam er een jonge dame naast ons zitten (nee vrienden, spannender dan dit wordt het niet) die ons in het Nederlands aansprak. Ze bleek van Chileense afkomst maar woonde in Nederland. Voor een Nederlandse vrijwilligersorganisatie bleek zij bezig met het bezoeken van diverse kleinschalige agrarische projecten in Zuid Amerika. Na een tijdje met elkaar over van alles te hebben gesproken, konden we op een gegeven moment het vliegtuig in. Inmiddels ben ik al wel wat gewend op het gebied van het invullen van paparassen, maar Bolivia stak wat dit betreft wel weer even de kroon. Slechts 3!! formulieren hoefden we in te vullen die bij het verlaten van het toestel ongezien op een hele grote stapel zouden belanden. Ik vraag me toch elke keer af wat er met deze formulieren gebeurd. Waarschijnlijk helemaal niets.
Onze vlucht verliep verder rustig. Alleen het tafereel wat zich een stoel naast ons afspeelde was toch wel weer bijzonder. Tijdens de vlucht dook onze buurvrouw met enige regelmaat met haar hoofd voorover tegen haar voorstoel aan en brabbelde wat onverstaanbare woorden. Het ene moment leek ze te bellen, het andere moment leek ze bezig met een schietgebedje. Na de landing bleek pas de ware reden van haar regelmatige buigingen. Ze bleek een kat mee aan boord genomen te hebben en deze onder haar voorstoel gepland te hebben. Nooit geweten dat huisdieren op deze wijze vervoerd mochten worden.
Bij aankomst midden in de nacht in La Paz bleek onze eerdere gesprek met de Chileense jonge dame een prettig vervolg te krijgen. Zij zelf werd opgehaald door bekenden van haar organisatie en we konden wel meerijden naar ons hotel. Voor ons erg prettig, we waren inmiddels erg moe en om op de luchthaven van La Paz midden in de nacht naar een taxi te moeten zoeken is nou niet bepaald een hele prettige bezigheid. Die opdringerige gasten elke keer weer. Na een reis van een uurtje of 24 ben je in staat er een paar te slopen.
Na een nacht in La Paz zouden we de volgende dag met een binnenlandse vlucht door vliegen naar Salar de Uyuni om daar Sander te treffen. Keurig op tijd met de taxi richting luchthaven. Omdat het inmiddels dag was, konden we de omgeving tijdens de rit eens rustig bekijken. De omgeving van de luchthaven bood een lugubere aanblik. Overal staan half vervallen vliegtuigen weg te rotten en onderdelen opgestapeld. Ongetwijfeld waren deze vliegtuigen eens de koningen in de luchtvaart, maar nu bieden ze een troosteloze aanblik bij de entree van de grootste luchthaven van Bolivia.
Na de gebruikelijke passage van incheckbalie en shopjes, konden we gelijk naar ons vliegtuig wandelen. Dit keer geen eindeloos lange terminal en luxe gate, maar gewoon deurtje open en rechtstreeks het platform op. Even leken we beland te zijn op het vliegtuig kerkhof wat we bij de entree van de luchthaven ook hadden gespot, maar het vliegtuig wat voor ons stond bleek toch echt ons toestel. Een roestplekje hier en daar bleek duidelijk zichtbaar en de verflaag gaf nou ook niet meer de indruk dat dit model rechtstreeks uit de showroom kwam. Zelfs de uitspraak ‘altijd van een oud vrouwtje geweest en altijd binnen gestaan’ was niet meer van toepassing. Waar één van ons met een grote glimlach instapte (ik vind dit nou eenmaal humor) trok de ander toch een beetje wit weg.
De vlucht met dit 16 persoons toestel verliep verder prima, hoewel het feit dat deze kleinere toestellen nu eenmaal gevoeliger zijn voor turbulentie en luchtstromingen er nou niet bepaald voor zorgde dat bij Frank de kleur op zijn gezicht terug kwam. Voordeel was dat ik eens een keer de mogelijkheid had om rechtstreeks in de cockpit te kijken. De piloten waren duidelijk in een goede bui en leken erg uitgelaten. Halverwege tijdens de vlucht werd dit gezellig samen zijn van deze twee kerels bekrachtigd met het opentrekken van een zak chips welke gewoon op het dashboard werd geparkeerd. Al pratend en lallend werd deze zak verorberd. Weer eens een ander uitzicht dan de leuke stewardess uit KLM businessclass.
Na een uur vliegen landen we op het vliegveld van Salar de Uyuni (kortweg Uyuni). Gelukkig vlogen we het laatste deel van de vlucht grotendeels over de zoutvlakten welke we later zouden bezoeken en wat het doel was van het begin van onze reis. Een werkelijk waar spectaculair uitzicht. Eén grote witte vlakte onder je.
Na landing stond Sander ons op te wachten. Omdat deze luchthaven nou echt niets voorstelde (niet meer dan een airstrip in een grote woestijn), konden we elkaar gewoon op de landingsbaan treffen. Het weerzien na slechts drie weken was super tof en weer als vertrouwd. Al snel gingen de gesprekken over alle belevenissen van de afgelopen 3 weken en gebruikelijk zin en onzin.
Uyuni schrale en, in deze tijd van het jaar, koud stadje ergens in het zuiden van Bolivia. Het enige bestaansrecht ontleedt het zich aan het feit dat de beroemde zoutvlaken zo’n beetje om de hoek liggen. Dit trekt vele toeristen aan vanuit verschillende windrichtingen. Er zijn dus ook legio bureautjes die je een toer (van vaak 3 dagen) aan willen smeren. Na wat rondvragen, en onderhandelen uiteraard, hadden eindelijk een toertje geboekt bij het bureau wat het meest betrouwbaar leek. Voor slechts € 65,- pp zouden wij 3 dagen onder de pannen zijn.
Het onderkomen van die nacht bleek prima. Hoewel het echt koud was, en er in het gehele pand geen verwarming aanwezig was, heb ik op zich prima geslapen. Ook warm water de volgende dag bleek niet tot de mogelijkheden te behoren. Voor mij de eerste tekenen dat Bolivia toch echt een onder ontwikkeld land is. Toch zal ik de komende dagen, naar later zou blijken, toch nog wel een aantal keer terug denken dit onderkomen.
Na een goede nacht hebben wij ons op het afgesproken tijdstip gemeld bij ons bureau. Bij aanmelding was ons al verteld dat we met maximaal zes personen in een jeep 3 dagen rond gereden zouden worden. Omdat je dus 3 dagen bij elkaar ‘op de lip zit’ waren we erg nieuwsgierig naar onze reisgenoten. Nadat de auto indeling bekend was bleken we te zijn ingedeeld bij 3 dames met een totaal verschillend achtergrond. Vanessa uit Brazilie, Elena uit Rusland en Hiroko uit Japan.
De tour zou ons rondleiden langs verschillende interessante punten. De eerste dag hebben we onder andere een treinkerkhof midden in de woestijn bezocht. Een opeenstapeling van oude roestige locs en wagons. Een zeer surrealistische aanblik wat mij erg deed denken aan de scheepswrakken die ik in de buurt van Monyak (Oezbekistan) vorig jaar heb gezien. Hoogtepunt van die dag was toch wel de tocht over de zoutvlakten. Een onmetelijke witte vlakte waar geen eind aan leek te komen. ’s Avonds zouden we met de hele groep letterlijk aan de rand van de zoutvlakte overnachten. Ons onderkomen bleek gewoon bij mensen thuis en de constructie volledig uit zout te zijn opgetrokken. Die avond zouden er meer groepen overnachten. In totaal zo’n 18 man. Een erg bont gezelschap. Ik heb die avond met veel mensen gesproken met ieder een totaal andere achtergrond en cultuur. En dit soort gesprekken is nu precies wat dit type reizen voor mij zo speciaal maakt.
De volgende ochtend al weer op tijd vertrokken. Waar de eerste dag het terrein vooral vlak was, bleek deze dag de weg wat meer uitdagingen te bevatten. Wellicht kennen jullie de beelden van Parijs-Dakar van de laatste jaren (deze beroemde rally wordt de laatste jaren niet meer in Afrika gereden, maar hier in Zuid Amerika), maar dat lijkt nog de beste vergelijking. Over bergpassen, door de woestijn, stijl de berg op. Alles hebben we meegemaakt. Op een gegeven moment leek onze chauffeur Herman (hij stelde zich echt zelf zo voor) een beetje overmoedig te worden. In het losse zand ging het gas er goed op. Omdat we wat kuilen door moesten maakte onze 4x4 aardige klappen. Op een gegeven moment ging het toch iets te hard en de auto maakte een kleine zijsprong waarbij de auto op 2 in plaats van 4 wielen belandde. Gelukkig bleek onze Herman uit uitstekende rallykwaliteiten te beschikken, en al gauw hadden we het veilige spoor weer te pakken.
Aan het eind van de 2e dag moesten we toch weer ergens overnachten. Waar het voor de 1e dag prima geregeld was, moest er deze avond duidelijk nog wat gezocht worden. Na een aantal schamele pogingen vond Herman nog een laatste plek. We konden met ons zessen slapen op een slaapzaal welke nog vrij bleek. Aan de rand van een meer met uitzicht op bergen van 6.000 meter. Op zich prima, alleen bleek ons accommodatie (en ik ga nu een paar understatements gebruiken) niet meer te zijn dan (wat leek) een varkensschuur met daarin een paar bedden. Het pleisterwerk op de wanden was al verweerd, de vloer was van beton en op een aantal plaatsen was plastic folie aangebracht op te proberen vocht buiten te houden. Nadat we de bedden verdeeld hadden, en ik de dekens oversloeg van mijn ‘super de luxe waterbed’ bleek deze vol te zitten met schimmel. Uiteindelijk heb ik dus maar in mijn eigen slaapzak geslapen.
De temperatuur daalde ’s avonds naar -15 graden (inderdaad MIN ja) en een goede verwarming was niet aanwezig. Wel een paar primitieve stoofkachels die, toen deze uiteindelijk aangestoken werden, de ruimte nog geen 1 graad verwarmden. Ik heb die nacht dan ook nauwelijks geslapen en alleen maar lopen woelen. Op dat moment heb ik me –tig keer afgevraagd waarom ik dit nou ook alweer leuk vind en ik mezelf de ontbering aan doe. Op het moment van schrijven van dit stukje kijk ik oprecht terug op een super fantastisch ervaring en zou ik het zo weer doen.
De 3e dag vroeg opgestaan (4.30 uur is echt geen pretje). Dit was noodzakelijk om natuurlijke geisers te kunnen spotten. Deze schijnen het alleen ’s ochtends vroeg te doen was ons verteld. Bij het krieken van de dag binnen tussen de bergen kwam het stoom uit de grond. De aanblik was ook zeer spectaculair en fantastisch. Na een bezoek van zo’n 20 minuten moesten we weer gauw door. Op weg naar een volgend hoogtepunt. De rest van de ochtendrit heb ik nou niet heel bewust meegemaakt. De kou en gebrek aan slaap van de voorgaande uren brak me op en ik ben op mijn eigen geheel charmante wijze tijdens de rit een paar uur in slaap gevallen.
Gelukkig hebben we de rest van de derde dag ook nog zat mooie dingen gezien. De route voltrok zich door een sprookjesachtig landschap door de prachtigste valleien omringd met bergen van 6.000 meter waarvan de toppen nog besneeuwd waren. Met enige regelmaat reden we weer langs een prachtig meer waarin honderden de flamingo’s rustig op zoek waren naar voedsel.
Aan het eind van de 3e dag kwam er een eind aan deze bijzondere trip en moesten we afscheid nemen van onze reisgenoten. Na 3 dagen met elkaar in een jeep ‘opgescheept’ te hebben gezeten, goede gesprekken te hebben gevoerd en mooie indrukken te hebben gedeeld voelt het alsof we elkaar al heel goed kennen. Dit is toch echt één van de mooie dingen van reizen. Na even gauw wat email/facebookadressen te hebben uitgewisseld, gingen we ieder onze eigen weg.
Vanuit het koude Salar de Uyuni zijn we direct per nachtbus vertrokken naar La Paz. Het lokale vervoer in Bolivia is nou niet bepaald van een hoogstaand niveau. Dit geld overigens ook voor het wegdek. Wat zou volgen was een 11 uur durende hobeldebobelvanlinksnaarrechtsschuddoorelkaar rit dit alles met een ikzitklemalseensardientje sausje. Heerlijk dat reizen.
Eenmaal aangekomen in La Paz was een goed hotel ons deel. Naar alle ontberingen konden we dit wel gebruiken. En omgerekend kostte dit hotel slechts een paar euro per nacht, dus de keuze was heel gemakkelijk.
Na een dag rust was het tijd om La Paz te ontdekken. La Paz is één van de hoogst gelegen steden ter wereld en ligt als het ware als een deken over een aantal bergen. Afstanden lijken op een plattegrond niet zo groot, maar een klein stukje lopen betekend hier een waren uitputtingsslag. Alles lijkt hier 90 graden omhoog of omlaag te gaan. Ook het verkeer is hier één grote chaos. Een constant lint van toeterend en roet uitstotend blik. Toch heeft deze stad een bepaalde sfeer die me erg aanstaat. De mensen zijn over het algemeen aardig en alles lijkt hier gemoedelijk door elkaar te krioelen.
Wat wel opviel dat er gedurende ons verblijf veel politie op straat aanwezig was. Ook waren er her en der demonstraties zichtbaar. Tot op de dag van vandaag is mij niet duidelijk wat de reden was van deze bijeenkomsten, maar van een grimmige sfeer heb ik niets kunnen merken
Na 2 dagen La Paz was het wel weer genoeg geweest in de stad. ’s Ochtends de bus naar Copacabana een dorp aan de rand van het Titicacameer. Met ruim 3.800 meter is het Titicacameer het hoogste gelegen meer ter wereld. Nadat we 2 jaar geleden het laagst gelegen meer (de Dode Zee) bezocht hebben, mocht het Titicacameer natuurlijk niet ontbreken. De busrit verliep prima, zeker in vergelijking met wat we eerder al hadden meegemaakt. Curieus was wel dat we op een gegeven moment aankwamen aan de rand van het Titicacameer alwaar de weg ophield. Geen brug of tunnel te bekennen. Toch waren we nog niet op onze eindbestemming. De oversteek zouden we ‘op zijn Boliviaans’ maken. We werden met zijn alle vriendelijk verzocht te bus te verlaten en moesten ons naar een klein sloepje begeven. Deze zou ons naar de overkant brengen. De bus werd vervolgens op een schuit geplaatst die waarschijnlijk ook nog dienst had gedaan in de tijd voordat Noach nog bezig was met zijn eigen ark in elkaar te timmeren. Een weerwar van planken, wat een schuit moest voorstellen, zou onze bus naar de overkant brengen. Uiteraard maakte geen van de lokale aanwezige zich zorgen, dit deden ze waarschijnlijk al 100 jaar zo, maar het feit dat de schuit waar onze bus op stond overduidelijk de naam ‘Titanic’ had, gaf mij nou niet bepaald het de rust nodig voor een veilige oversteek. Gelukkig waren er met temperaturen van +20 graden in geen velden of wegen ijsbergen te bekennen
In het Titicacameer meer ligt Isla del Sol, eiland van de zon. Volgens de Inca’s de geboorteplaats van de zon. Met bootrit van zo’n 2 uur stonden we vanuit Copacobana aan het noordelijkste puntje van het eiland. Bij aankomt op het eiland werden we opgewacht door allerlei lokale bewoners die proberen wel iets aan je te slijten. Opvallend was verder de enkele hippies die hier bivakkeren en zich met een schamel onderkomen, vaak een tent, tussen de inheemse bevolking mengen. Op een gegeven moment kon ik het toch niet laten eentje aan te spreken en te vragen ‘wat mot je in hemelsnaam hier’? Met het antwoord ‘Man, feel the sun and look at the view. What more do you want’ was ik inderdaad snel uitgeluld. Mensen die graag eens terug in de tijd willen en graag weer eens de jaren zestig willen herbeleven, doen er goed aan eens op dit eiland een kijkje te nemen. Volgens mij moet het er zo toen ongeveer aan toe gegaan zijn.
De hike van ongeveer 4 uur was werkelijk prachtig. Hoewel het zwaar was, hoogte en klimmen zijn voor boeren die gewend zijn om onder zeespiegelniveau te leven nou niet echt een pretje, maakte de uitzichten meer dan goed.
Inmiddels zijn we aangekomen in Cusco, Peru. Vanuit hier gaan we morgen starten met een 5-daagse trail richting Machu Picchu, de heile incastad. Ook de busreis naar deze plaats verliep niet zonder problemen. Waar ons verzekerd was dat we rond 18.30 uur aan zouden komen,werd het 23.00 uur. Na eerst 3 taxi’s gepakt te hebben,konden we uiteindelijk in onze ‘definitieve’ bus stappen. Uiteraard probeert men nog de bus nog vol te krijgen, dat betekend dus wachten. Nadat we uiteindelijk vertrokken waren begon de bus langzamerhand wat keuren te vertonen. Na wat verwoedde pogingen de gang er in te houden restte de chauffeur niets anders dan de 2e versnelling te pakken en zo proberen de finish te halen. Na een uur was het echt klaar en werden we vriendelijk verzocht de bus te verlaten. Gelukkig konden we snel een taxi aanhouden die ons uiteindelijk in Cusco zou droppen.
Dit was het even voor dit moment. Ik besef me dat ik met het schrijven wellicht ‘wat doorgeslagen ben’. Het is toch iets langer geworden dan gepland. Toch hoop ik dat jullie het met veel plezier hebben kunnen lezen.
Tot de volgende keer.
Groet Jeroen

  • 24 Mei 2012 - 20:58

    Bianca Oorschot:

    Hey vakantieganger...
    Heerlijk om te lezen!!!
    En heel herkenbaar hoor.... het afzien enzo maar het toch gewoon weer willen doen ;-)
    Ben benieuwd wat je van Machu Picchu vindt! 5 dagen... dus je gaat hem lopen? Of toch op de fiets?
    Veel plezier nog hoor!!
    Groetjes,
    Bianca

  • 25 Mei 2012 - 08:21

    Jouri En Annechien:

    We lezen goeie verhalen :-)

    Ga zo door!!

    Greetz,
    Jouri en Annechien

  • 27 Mei 2012 - 21:10

    Judith Söder:

    He Jeroen,
    Wat gaaf om te lezen en wat een feest der herkenning, met die geweldige varkensschuur.Ik heb het ook zó koud gehad daar!! Alle herinneringen en prachtige ervaringen komen weer naar boven. Optimaal genieten.
    Veel succes met de Inca Trail, geniet van de uitzichten en prachtige natuur en zorg dat je niet al te moe aankomt in Macchu Picchu, zodat je daar ook nog optimaal kan genieten van dit wereldwonder!!
    Groeten, Judithski

  • 03 Juni 2012 - 13:13

    Powernap Master:

    het gaat goed zo te lezen!!!!

    Je BMW staat netjes voor de deur met een retuertje rome erop. wat ken dat ding hard man.

    Het zonovergote lopik mist jullie..

    Veel plezier

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Peru, Cusco

Omdat het kan....

Recente Reisverslagen:

21 Juni 2012

The Final Chapter

09 Juni 2012

Tropisch paradijs!!??

03 Juni 2012

‘Feest der herkenning’

21 Mei 2012

En nu is het echt begonnen....
Jeroen

Actief sinds 16 April 2012
Verslag gelezen: 435
Totaal aantal bezoekers 25873

Voorgaande reizen:

25 Augustus 2013 - 28 September 2013

De Azië ontdekking

11 Mei 2012 - 18 Juni 2012

Omdat het kan....

Landen bezocht: